|
“Als Noah met zijn beste vriend Peter, tijdens hun vakantie in de Pyreneeën, verdwaald in de bergen, gaat het mis. Bij de afdaling in een ravijn breekt Peter zijn voet en moet Noah alleen verder. Op zoek naar een plek voor Peter om achter te blijven, vinden ze een verlaten hutje dat van rovers blijkt te zijn. Het is niet zomaar een bende rovers, maar monniken uit een nabijgelegen klooster die, opgezweept door hun leider, heilige rituelen uitvoeren met de wolven uit het gebied waarin ze terecht gekomen zijn. Als Noah de bergen in vlucht op zoek naar hulp, loopt hij regelrecht in de armen van de leider, die zijn grote geheim probeert te beschermen. Noah maakt op afschuwelijke wijze kennis met de wolfman.
Ondertussen is een groot-scheepse zoekactie opgezet, geleid door Philippe Cartier, chief van de reddingsbrigade. Deze raakt echter zelf ook verstrikt in het web van de monniken als hij diep in de nacht aanklopt bij het klooster.
Als Cartier niet meer op komt dagen gaat Esmee, de moeder van Noah, zelf op onderzoek uit.
In de onderaardse gangen van het gebied komt het tot een climax, waarbij Peter een levensgevaarlijke reddingsactie met de helikopter ternauwer-nood overleefd.
Maar als Noah uiteindelijk gered moet worden uit de klauwen van de wolfman, loopt alles anders dan gedacht.”